Als werknemer wilt u natuurlijk dat u uw salaris op tijd ontvangt. Maar wanneer moet het salaris eigenlijk gestort zijn? Hoelang mag een werkgever wettelijk gezien wachten met de salaris uitbetaling? En wat kunt u doen als het salaris te laat is of niet klopt?
In dit artikel leggen we uit wanneer loon uitbetaald moet zijn en wat u als werknemer kunt doen om achterstallig salaris te innen.
Vul uw gegevens in en wij nemen direct contact op!
Wanneer u uw loon krijgt, staat meestal in de arbeidsovereenkomst of cao. Uw werkgever berekent uw salaris over een bepaalde periode en na die gewerkte periode krijgt u het uitbetaald. Een werkgever kan bijvoorbeeld kiezen voor een wekelijkse, een maandelijkse of een vierwekelijkse uitbetaling.
Meestal is in het arbeidscontract een bepaalde betaaltermijn opgenomen. Binnen deze termijn moet uw werkgever uw salaris uitbetalen. Er staat bijvoorbeeld dat het salaris uiterlijk 30 dagen na de betreffende periode wordt uitbetaald. Soms staat in het arbeidscontract ook op of omtrent welke datum de werkgever het loon betaalt. Als deze datum in het weekend valt, krijgt u het salaris de vrijdag ervoor of de maandag daarna. Soms staat het geld dan nog niet direct op de rekening omdat de bank een bepaalde verwerkingstijd nodig heeft.
Als er geen betaaltermijn of betaaldatum is vastgelegd, dan moet de werkgever het salaris uiterlijk op de laatste dag van de kalendermaand na afloop van de betreffende periode uitbetalen.
Onder bepaalde voorwaarden mag de werkgever het loon ook later uitbetalen. Dit kan alleen als dit schriftelijk is vastgelegd in de cao of arbeidsovereenkomst.
Bij een weekloon mag de betaling van het salaris nooit langer duren dan een maand. Als het salaris per maand of per vier weken wordt uitbetaald, mag het salaris uiterlijk drie maanden later betaald worden.
De maximale verlenging is dus:
Als dit niet expliciet in de arbeidsovereenkomst of cao is opgenomen, dan mag uw werkgever het salaris niet later dan de laatste dag van de maand na afloop van de periode waarover het loon berekend wordt uitbetalen.
Heeft u uw loon niet op tijd ontvangen? Dan kunt u eerst informeren wat daarvoor de reden is. Krijgt u daarop geen bevredigend antwoord? Of ontvangt u uw salaris nog steeds niet? Dan moet u uw werkgever schriftelijk vragen om het achterstallige loon uit te betalen. Dit noemt men ook wel het in gebreke stellen van de werkgever. Als uw debiteur niet op uw brief reageert, dan kunt u een incassobureau inschakelen en een loonvordering instellen.
Betaalt uw werkgever uw salaris niet op tijd? Dan heeft u bovenop het achterstallige salaris recht op een vergoeding. Deze vergoeding noemt men de wettelijke verhoging. U heeft recht op de wettelijke verhoging vanaf de derde dag dat uw werkgever te laat is met het betalen van uw salaris.
De wettelijke verhoging wordt berekend over een percentage van het salaris:
Heeft u recht op de wettelijke verhoging, maar weigert uw werkgever die te betalen? Dan kunnen we een gerechtelijke procedure starten om de wettelijke verhoging op te eisen.
De werkgever hoeft de verhoging niet te betalen als hij kan aantonen dat de vertraging niet zijn schuld is of als hij in betalingsonmacht verkeert. Ook kan de rechter de verhoging beperken tot een lager maximum, bijvoorbeeld 10 of 20 procent van het loon.
Een werkgever mag onder bepaalde omstandigheden loon inhouden.
Als een werknemer ziek wordt en daardoor langdurig niet kan werken, mag de werkgever niet zomaar het salaris inhouden. Een werknemer met een vast contract moet volgens de wet de eerste twee jaar minimaal 70 procent van het salaris doorbetaald krijgen. Daarbij mag het salaris het eerste jaar niet onder het minimumloon komen. Als 70 procent van het salaris minder is dan het minimumloon, dan moet de werkgever het eerste jaar in ieder geval het minimumloon doorbetalen. Het tweede jaar kan de werknemer dan een toeslag aanvragen bij het UWV.
Een werknemer met een tijdelijk contract moet zolang het contract duurt worden doorbetaald, volgens de hierboven genoemde wettelijke regels. Zodra het contract afloopt, kan de werknemer een ziektewetuitkering krijgen.
Vaak staan er in de (collectieve) arbeidsovereenkomst andere voorwaarden. Dat mag alleen als dit in het voordeel van de werknemer is. Zo is er in veel cao’s afgesproken dat een werknemer het eerste ziektejaar volledig doorbetaald krijgt.
Het derde ziektejaar mag de werkgever stoppen met doorbetalen.
Een uitzondering op de bovenstaande regels is de zogenoemde wachtdag. In sommige (collectieve) arbeidsovereenkomsten is vastgelegd dat de werkgever de eerste of de eerste twee ziektedagen niet hoeft uit te betalen. Dit noemt men wachtdagen.
Een werkgever heeft volgens lid 3 van Artikel 629 Burgerlijk Wetboek Boek 7 wel het recht om de loonbetaling stop te zetten als een werknemer weigert mee te werken aan zijn of haar re-integratie. Dit is bijvoorbeeld het geval als de werknemer moedwillig de genezing vertraagt of belemmert.
Een werkgever mag niet zomaar loon inhouden als hij niet tevreden is over het functioneren van de werknemer. Wel mag de werkgever in dat geval bijvoorbeeld een geplande loonsverhoging schrappen.
Ook kan een werkgever in sommige gevallen een boete opleggen. Hiervoor gelden strenge wettelijke eisen. Het opleggen van een boete is bijvoorbeeld alleen mogelijk als dit is overeengekomen in de arbeidsvoorwaarden. Zo kan er bijvoorbeeld een beding in de arbeidsvoorwaarden worden opgenomen dat de werknemer geen vertrouwelijke documenten mee mag nemen. Doet de werknemer dit toch, dan kan hij een boete opgelegd krijgen van de werkgever. De boete mag niet ten goede komen aan de werkgever.
Als de werkgever het recht heeft om een boete op te leggen, dan kan hij die verrekenen met het salaris dat de werknemer nog krijgt.
Als een werkgever nog geld van een werknemer tegoed heeft, dan mag hij het salaris soms verrekenen. Dat is bijvoorbeeld het geval als de werknemer zoals hierboven beschreven een boete moet betalen.
Een werkgever mag de volgende bedragen verrekenen met het salaris van de werknemer:
Andere bedragen mag een werkgever niet verrekenen. Doet hij dat toch? Dan kunt u die bedragen terugvorderen.
Om te controleren of uw salaris klopt, kunt u uw arbeidscontract en de cao die daarop van toepassing is erbij pakken en deze vergelijken met uw loonstrookje. Controleer de volgende zaken op het loonstrookje en bekijk vervolgens of u het bedrag ook daadwerkelijk op uw rekening heeft ontvangen.
Vergoedingen – In de arbeidsvoorwaarden wordt vaak afgesproken dat de werknemer aanvullende vergoedingen ontvangt. U moet daarbij bijvoorbeeld denken aan een reiskosten- of thuiswerkvergoeding. Check of u deze vergoeding ontvangen heeft.
Als het salaris op uw loonstrookje niet klopt, kunt u naar uw werkgever stappen en om opheldering vragen. Uw werkgever is verplicht het loonstrookje te controleren en indien nodig te corrigeren. Doet uw werkgever dit niet? Of bent u van mening dat het salaris niet klopt, maar zegt uw werkgever dat dit wel zo is? Dan doet u er verstandig aan om juridisch advies in te winnen. Als een jurist constateert dat het salaris inderdaad niet klopt, dan kunt u een loonvordering starten.
Heeft u geen salaris ontvangen? Of klopt uw salaris niet? Dan kunt u een loonvordering starten. Dit is een incassoprocedure om het salaris waar u recht op heeft te innen. Als uw werkgever het verschuldigde loon niet uit zichzelf wil betalen, kunnen onze juristen een procedure opstarten bij de rechtbank. Daarbij vorderen we ook direct de wettelijke verhoging waar u recht op heeft. Als de rechter u in het gelijk stelt, moet uw werkgever binnen een paar dagen betalen. Doet hij dat niet, dan kunnen we beslag leggen.
Laat uw gegevens achter en onze juridisch adviseur neemt zo snel mogelijk contact met u op.
Uw werkgever is verplicht u een loonstrookje te verstrekken. Dit kan zowel op papier als digitaal. De meeste werkgevers zorgen dat u iedere maand een loonstrookje ontvangt, op het moment dat het salaris betaald is. Dit is niet verplicht. Een werkgever moet in ieder geval een loonstrookje verstrekken bij het eerste salaris en vervolgens als er iets verandert in het salaris of de loonheffing.
Behalve het loonstrookje krijgen de meeste werknemers ook ieder jaar een jaaropgave van de werkgever. Hierop staat wat u in het afgelopen jaar heeft verdiend en afgedragen. U kunt de jaaropgave gebruiken voor het invullen van uw belastingaangifte. U krijgt de jaaropgave doorgaans aan het begin van het nieuwe jaar (in januari of februari).
Heeft u geen jaaropgave ontvangen? Informeer dan bij uw werkgever waarom dit zo is. Sommige werkgevers sturen geen aparte jaaropgave maar vermelden de gegevens die normaal op de jaaropgave staan op het laatste loonstrookje van het jaar.
Als het dienstverband eindigt, dan ontvangt u als werknemer een eindafrekening. Hierin wordt hetgeen u nog verschuldigd bent aan uw werkgever verrekend met waar u nog recht op heeft (bijvoorbeeld niet opgenomen vakantiedagen). Het tegoed moet uw werkgever uiterlijk een maand na het aflopen van het dienstverband uitbetalen. Meestal is dit gelijk met het laatste salaris.
Dit staat in de arbeidsovereenkomst. Hier staat in of u een weekloon, 4-weken loon of maandloon krijgt en op welke dag of binnen welke betaaltermijn dit wordt gestort.
Heeft uw klant die factuur nog steeds niet betaald? Blijf niet eeuwig wachten en schakel over op No Cure No Pay incasso!
Direct aan de slag met het versturen van uw ingebrekestelling? Gebruik dan onze handig voorbeeldbrieven.
Download direct