Huurder overleden: wat nu?
Als een huurder overlijdt, dan moeten er een aantal zaken geregeld worden met betrekking tot de huurwoning. Wat gebeurt er bijvoorbeeld met de huurovereenkomst? En wie is er verantwoordelijk voor eventuele huurachterstanden? Hieronder leggen we uit wat er (in verschillende situaties) gebeurt bij het overlijden van een huurder en wat de rechten en plichten van zowel de verhuurder als de nabestaanden zijn.
Behoefte aan juridisch advies?
Vul uw gegevens in en wij nemen direct contact met u op!
Wat gebeurt er als een huurder overlijdt?
Als een huurder overlijdt, dan komt de huurovereenkomst (volgens Artikel 229 Burgerlijk Wetboek Boek 7) niet automatisch te vervallen. Wat er na het overlijden van de huurder gebeurt, is afhankelijk van de omstandigheden. Leefde de overleden huurder alleen in de woning of samen met een partner of met huisgenoten?
Er zijn juridisch gezien vier verschillende situaties mogelijk:
- Er is een alleenstaande huurder overleden
- De overleden huurder had één of meerdere samenhuurders
- De overleden huurder had één of meer medehuurders
- De overleden huurder had huisgenoten
Hieronder leggen we uitgebreid uit wat de verschillen tussen de diverse situaties zijn.
Alleenstaande huurder overleden
Als een alleenstaande huurder komt te overlijden, dan eindigt de huur automatisch aan het einde van de tweede maand na de datum van het overlijden (Artikel 268 Burgerlijk Wetboek Boek 7). Daarnaast kunnen erfgenamen de huurovereenkomst opzeggen aan het eind van de eerste maand na het overlijden van de huurder.
De erfgenamen kunnen de verhuurder niet verplichten de woning aan hen te blijven verhuren. Als de verhuurder de woning wel wil blijven verhuren aan (één van) de erfgenamen dan moet hiervoor een nieuwe huurovereenkomst gesloten worden (de overeenkomst met de overleden huurder is immers automatisch van rechtswege geëindigd).
De erfgenamen nemen bij het overlijden de openstaande verplichtingen over (mits zij de erfenis accepteren). Dit betekent dus dat zij:
- De nog openstaande huur moeten betalen.
- Gebreken moeten herstellen en de onderhoudsplicht moeten nakomen.
De huurder had één of meer samenhuurders
Bij samenhuur is de verhuurder van begin af aan een overeenkomst aangegaan met twee of meer huurders. Deze huurders hebben zich gezamenlijk verbonden tot de nakoming van de overeenkomst.
Als een van de samenhuurders overlijdt, dan zetten de overgebleven huurders het huurcontract automatisch voort. Zij zijn aansprakelijk voor de reeds ontstane en nog te ontstane verplichtingen (zoals het betalen van huur).
De huurder had één of meer medehuurders
Een medehuurder is iemand die later bij de huurder die het huurcontract heeft getekend wordt ingeschreven. Als de nieuwe bewoner bijvoorbeeld getrouwd is of een geregistreerd partnerschap heeft met de hoofdhuurder, dan wordt diegene automatisch medehuurder. Is de huisgenoot niet getrouwd of heeft hij geen geregistreerd partnerschap? Dan kan hij de verhuurder schriftelijk vragen of hij medehuurder mag worden.
Deze medehuurder staat niet in het huurcontract, maar heeft dezelfde rechten en plichten als de hoofdhuurder. Dit betekent dat medehuurders na het overlijden van de hoofdhuurder verantwoordelijk zijn voor eventuele huurachterstanden en andere openstaande verplichtingen.
Het huurcontract wordt automatisch voortgezet voor de medehuurders. Wel kunnen medehuurders de huurovereenkomst binnen 6 maanden na het overlijden tussentijds opzeggen. De opzegtermijn is in dat geval 1 maand.
Huurder met overige huisgenoten
Het komt in Nederland ook regelmatig voor dat er wel huisgenoten zijn, die formeel geen samenhuurder of medehuurder zijn. Zij staan dus niet in de huurovereenkomst.
Wat voor rechten en plichten deze huisgenoten hebben, hangt af van de manier waarop er werd samengeleefd. Als er sprake was van een “duurzame gemeenschappelijke huishouding” dan zet de huisgenoot de huurovereenkomst automatisch zes maanden voort. De huisgenoot kan de huur binnen deze termijn wel stopzetten. Daarover moet de huisgenoot de verhuurder informeren. Als de huisgenoot dat niet doet, dan is hijschadeplichtig voor schade (bijvoorbeeld een huurachterstand) die is ontstaan voor het overlijden van de huurder.
Wil de huisgenoot ook na deze zes maanden in de huurwoning blijven wonen, maar is de verhuurder het hier niet mee eens? Dan kan de huisgenoot de kantonrechter verzoeken de huurovereenkomst voort te zetten. Dit moet dan binnen zes maanden na afloop van de eerste zes maanden gebeuren. Is de huurder te laat met het verzoek, dan wordt hij niet ontvankelijk verklaard en wijst de rechter het verzoek af.
Wat wordt verstaan onder een duurzaam gemeenschappelijk huishouden, bepaalt een rechter van geval tot geval. Wat opmerkelijk is, is dat de gemeenschappelijke huishouding tussen ouders en kinderen niet altijd als duurzaam wordt beschouwd omdat deze huishouding van aflopende aard is. Verder in de tekst leest u hier meer over.
Wie betaalt de huurschuld na overlijden?
- Samenhuurder: bij samenhuur zijn de huurders vanaf het begin hoofdelijk aansprakelijk voor alle verplichtingen. Dit betekent dat de samenhuurder verantwoordelijk is voor alle huurachterstanden, ook van voor het overlijden van de huurder.
- Medehuurder: medehuurders hebben dezelfde rechten en plichten als de hoofdhuurders. Dit betekent dat zij hoofdelijk aansprakelijk zijn voor huurachterstanden. Als de hoofdhuurder voor zijn overlijden de huur niet heeft betaald, dan is de medehuurder daar verantwoordelijk voor.
Huisgenoot: als de huisgenoot uiteindelijk huurder wordt, wordt deze aansprakelijk voor alle huurschulden ontstaan na (!) het overlijden van de huurder. Dus niet de schulden van vóór het overlijden. De voortzettende huisgenoot is ook niet aansprakelijk voor eventuele herstelkosten, ontstaan voor het overlijden van de huurder. Deze schulden gaan over op de erfgenamen, indien zij de nalatenschap aanvaarden.
Huurder overleden, maar er zijn geen erfgenamen
Als een huurder overlijdt en er geen erfgenamen zijn en er ook geen testament is opgemaakt, dan kan er niemand worden aangesproken voor de openstaande huurschulden.
De verhuurder moet na het overlijden van de huurder twee maanden afwachten of zich nabestaanden melden. Als dat niet het geval is, dan mag de verhuurder na deze twee maanden de woning betreden en ontruimen. Vervolgens kan de woning opnieuw verhuurd worden.
Nabestaanden doen afstand van de erfenis
Het komt soms ook voor dat er wel nabestaanden zijn, maar dat zij afstand doen van de nalatenschap. Deze nabestaanden zijn in dat geval niet verantwoordelijk voor achterstallige betalingen van de overledene.
De nabestaanden hebben de mogelijkheid om de erfenis beneficiair te aanvaarden. Dit betekent dat er eerst een overzicht wordt gemaakt van alle schulden en bezittingen, waarna de erfgenamen pas beslissen of ze de erfenis verwerpen of aanvaarden.
Juridisch advies in geval van overlijden huurder
Is uw huurder overleden en zit u met vragen omtrent de afwikkeling van het huurcontract? Of heeft de overleden huurder nog huurachterstanden die u wilt innen bij een samen- of medehuurder of de erfgenamen? Dan kunnen de juristen en incassospecialisten van Invorderingsbedrijf u verder helpen.
Bij Invorderingsbedrijf hebben we ruime ervaring op het gebied van het huurrecht en huurincasso.
Gratis advies bij overlijden huurder?
Vul uw gegevens in en wij nemen direct contact met u op!
FAQ: Veelgestelde vragen over overlijden huurder
FAQ: Wanneer is iemand medehuurder?
Als iemand medehuurder is, dan mag hij in de woning blijven wonen na het overlijden van de hoofdhuurder. Ook is hij hoofdelijk verantwoordelijk voor de achterstallige huur van de hoofdhuurder.
Iemand is medehuurder als degene:
- getrouwd is met de huurder
- geregistreerd partner is van de huurder
- de verhuurder de huisgenoot officieel als medehuurder heeft geaccepteerd
FAQ: Wanneer is er sprake van een duurzame gemeenschappelijke huishouding?
Er is sprake van een duurzame gemeenschappelijke huishouding als twee of meer personen hun hoofdverblijf hebben in de woning en samen de kosten voor zaken zoals de huur, boodschappen en energie betalen. Ook moeten zij van plan zijn dit te langdurig te blijven doen. Door dit laatste vereiste wordt de verhouding tussen inwonende volwassen kinderen en ouders vaak in beginsel niet als duurzaam beschouwd.
FAQ: Mag een partner altijd in de woning blijven wonen?
Een partner mag wettelijk gezien in de woning blijven wonen als er sprake is van een huwelijk of geregistreerd partnerschap. Is de nabestaande partner geen echtgenoot of geregistreerd partner, dan moet hij de woning meestal zes maanden na het overlijden verlaten, als de verhuurder geen nieuw huurcontract wil afsluiten. Hiervoor kunt u een verzoek doen aan de verhuurder.
FAQ: Mag ik als volwassen kind in de woning van een overleden ouder blijven wonen?
Als volwassen kind van een overleden huurder mag u niet automatisch in de woning blijven wonen.
Als u medehuurder bent (doordat de verhuurder u als zodanig heeft geaccepteerd) dan mag u in de woning blijven wonen. Dit moet u volgens de wet wel per aangetekende brief (of exploot) aan de verhuurder laten weten.
Bent u geen medehuurder? Dan moet u in principe na zes maanden weg omdat de huurovereenkomst eindigt. Volgens de wet is de relatie tussen kind en ouder namelijk niet “duurzaam”. De wet gaat er namelijk vanuit dat kinderen niet altijd bij hun ouders blijven wonen.
Toch zijn er bepaalde gevallen waarin een volwassen kind als niet-medehuurder toch in de woning mag blijven wonen van de rechter. Dat is bijvoorbeeld het geval als:
- U 30 jaar of ouder bent en nooit zelfstandig heeft gewoond
- Lange tijd als mantelzorger voor uw ouder heeft gezorgd
FAQ: Hoe zit het met sociale huurwoningen?
Voor sociale huurwoningen gelden bij overlijden dezelfde regels als voor huurwoningen in de vrije sector. Dat betekent dus dat het afhankelijk is van de het soort huishouden en of er sprake is van samen- of medehuurderschap om te bepalen wat er gebeurt met de woning en eventuele openstaande schulden.
Onze incassojuristen & adviseurs
- mr. drs. Joost KoningsIncassojurist
- mr. May LeungIncassojurist
- mr. Wesley BoetersInterim-advocaat