Steunvordering onderzoek: cruciaal bij een faillissementsaanvraag

Tijdens een steunvordering onderzoek informeren we bij honderden partijen. Daarbij kunt u bijvoorbeeld denken aan andere incassobureaus, deurwaarders, advocatenkantoren en de Belastingdienst. 

We doen zowel landelijk als regionaal onderzoek. Dat betekent dat we bijvoorbeeld ook informeren bij lokale deurwaarders in de woon- of vestigingsplaats van uw debiteur. Dit onderzoek wordt gaandeweg verruimd naar de rest van de provincie en de rest van het land.

Een steunvordering is meestal opeisbaar, maar hoeft dat niet per se te zijn. Een niet-opeisbare steunvordering kan gebruikt worden als uw eigen vordering wel opeisbaar is. Als uw eigen vordering niet-opeisbaar is, dan dient de steunvordering wel opeisbaar te zijn. Een voorbeeld van een niet-opeisbare vordering is een vordering waarvoor een betalingsregeling is getroffen.

Een toekomstige vordering kan in principe niet dienen als steunvordering. Er is bijvoorbeeld sprake van een toekomstige vordering als er al wel een contract is afgesloten, maar de afgesloten goederen of diensten nog niet zijn geleverd. In dat geval staat volgens het Gerechtshof onvoldoende vast dat de vordering ook daadwerkelijk zal ontstaan.

Het kan voorkomen dat uw debiteur nog een tegenvordering heeft ten opzichte van de eigenaar van de steunvordering. Enkel het bestaan van de verrekenbare tegenvordering is niet voldoende om de steunvordering teniet te doen.

Als de tegenvordering daadwerkelijk verrekend is, kan de debiteur op basis daarvan wel succesvol verweer voeren tegen een faillissement.

Een achtergestelde lening is een lening die pas mag worden terugbetaald, nadat andere schuldeisers zijn afbetaald. Dergelijke achtergestelde vorderingen kunnen (meestal) niet dienen als steunvordering omdat er geen sprake is van een faillissementssituatie.

De schuldeiser met de steunvordering hoeft niet op de zitting te verschijnen en het bestaan van de vordering ook niet te bevestigen. Als u bijvoorbeeld een openstaande factuur waarvan de vervaldatum is verstreken of een ander bewijs heeft voor de schuld, dan is dat voldoende. Uw debiteur kan de vordering tijdens de zitting wel betwisten. Daarvoor zal hij met een goed gemotiveerd verweer moeten komen om het faillissement af te wenden.

Een steunvordering blijft bestaan totdat de schuld is voldaan. Dit is bijvoorbeeld belangrijk als uw debiteur in hoger beroep gaat. De rechter gaat in het hoger beroep namelijk uit van de situatie zoals die is op het moment dat het beroep in behandeling wordt genomen. Als uw debiteur de openstaande schulden tussen de uitspraak in eerste aanleg en het hoger beroep voldoet, vervallen deze steunvorderingen dus. Wel kunnen we in dat geval nieuwe steunvorderingen aandragen.

Als uw bedrijf onderdeel uitmaakt van een grotere groep met meerdere bedrijven, dan geldt een vordering van een van deze andere bedrijfsonderdelen meestal niet als steunvordering. De rechter zal in dit geval extra kritisch onderzoeken of het gaat om een echte steunvordering of een “gecreëerde steunvordering”.